- net
- net1{{/term}}〈het〉1 [weefsel met mazen] net ⇒ 〈stof ook〉 netting, string bag 〈voor boodschappen〉2 [elkaar snijdende zaken] network ⇒ system, 〈communicatie ook〉 net, mains 〈elektrisch〉, grid 〈gas, elektriciteit〉3 [televisiezenders] channel♦voorbeelden:1 netten boeten • mend netsnetten breien/knopen • make netseen net spannen • spread a net〈figuurlijk〉 achter het net vissen • miss out, miss the boatde koffer in het net leggen • put the suitcase in the rack〈figuurlijk〉 iemand in zijn netten verstrikken • (en)trap/ensnare someone〈sport〉 de doelman viste de bal uit het net • the goalkeeper fished the ball out of the net2 een net van telefoonverbindingen • a network of telephone connectionshet elektrische net • the (electric) mains3 het eerste/tweede net • channel one/two————————net2{{/term}}I 〈bijvoeglijk naamwoord〉1 [ordelijk] neat ⇒ tidy, 〈goed onderhouden〉 trim2 [keurig] neat ⇒ smart3 [beschaafd] respectable ⇒ decent, 〈verouderd of ironisch〉 genteel4 [hygiënisch] clean5 [ethisch zuiver] decent♦voorbeelden:1 een nette stapel • a neat/tidy pile2 doe je nette pak aan • put on your good suitiets in het net schrijven/uitwerken • copy out something3 een nette buurt • a respectable/genteel neighbourhoodnette mensen • respectable/decent people‘copuleren’ is een net woord voor ‘neuken’ • ‘copulate’ is a polite word for ‘fuck’4 het is daar altijd even net en zindelijk • that place is always spick and span5 alles in het nette • (open and) above boardII 〈bijwoord〉1 [juist] just ⇒ exactly2 [pas; precies als] just3 [netjes] neatly; smartly 〈gekleed〉; 〈behoorlijk〉 respectably, properly♦voorbeelden:1 net goed • serves you/him/her/them right〈ironisch〉 dat kun je net denken • you've got another thing coming, not likelyhet gaat maar net • it's a tight fit 〈doorgang〉zij ging net vertrekken • she was about to leavenet iets voor hem • 〈net wat hij zoekt〉 just the thing for him; 〈kenmerkend voor hem〉 just like him, him all overnet wat ik dacht • just as I thoughtdat is net wat ik nodig heb • that's exactly what I need; 〈ook ironisch〉 that's just what I need; 〈ironisch〉 that's all I neednet wat je zegt! • just as you say!, right you are!maar net een voldoende halen • just pass, scrape throughdat was maar net aan • that was a narrow escape/close call, that was touch and gonet mis • a near miss/thingik weet het nog zo net niet • I'm not so surehet nog net halen • squeak through/byik weet het net zo min als jij • your guess is as good as minewij zijn net zo min tevreden • we aren't satisfied eitherze zeurden net zo lang tot hij meeging • they nagged him into coming alongze is net zo goed als hij • she's every bit as good as he isze hebben net zo goed een medaille verdiend • they are just as worthy of a medalde een net zoveel geven als de ander • give one just as much as the otherhet is net alsof je het leuk vindt • it's (almost) as if you think it's funnydat is het hem nou net • that's just it, there's the rubzo is het maar net • right you are!, just as you say!dan heb ik net zo lief dat je weg gaat • in that case I'd just as soon you leftje moet net doen alsof • you must pretendhet begint net zo gezellig te worden • the fun is just startingwe hadden net zo goed niets kunnen doen • we might just as well have done nothingwe kwamen net te laat • we came just too late2 je bent net een dominee • you're just like a preacherhij is net zijn vader • he's the spitting image of his fathernet echt • just like the real thing 〈ook ironisch〉ik heb dat gisteren net schoongemaakt • I cleaned that only yesterdaywij zijn net thuis • we've (only) just come homewe waren er nog maar net, toen … • we had hardly arrived when …net of hij zo'n beste is • as if he's so great3 kun je dat niet netter zeggen? • can't you put that more politely?
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.